Verkeersmortaliteit jongeren onderschat volksgezondheidsprobleem

17 september 2014 21:22 Het was onlangs groot in het nieuws: verkeerseducatie zou door de bank genomen relatief veel kosten en weinig bijdragen aan de verkeersveiligheid van kinderen en jongeren. Dat behoeft echter nuancering!

Het geven van demonstraties of aanleren van vuistregels in verkeerseducatieprogramma’s is niet voldoende om jonge adolescenten (10-17 jaar) voor te bereiden op complexe en gevaarlijke verkeerssituaties. Dat stelt Divera Twisk in haar onderzoek, waarop zij op vrijdag 5 september aan de Universiteit Maastricht is gepromoveerd.

Angela van der Kloof, mobiliteitsadviseur bij Mobycon en voor de gemeente Dronten het aanspreekpunt voor het Verkeersveiligheidslabel Flevoland, onderschrijft dit volledig, maar vindt het jammer hoe het onderzoek in de pers is vertaald: “Alsof verkeerseducatie geen nut heeft. Dat is natuurlijk niet waar. Het gaat erom een extra stap aan te brengen: oefenen en ervaren.”

Kinderen verruilen vanaf hun tiende jaar de relatief veilige achterbank van hun ouders’ auto voor de fiets, en vanaf hun zestiende jaar de bromfiets. Een derde van het totale aantal kilometers dat zestienjarigen afleggen, leggen zij af als fietser.

Van der Kloof: “Uit het onderzoek blijkt dat door deze verschuiving de verkeersmortaliteit van 10- tot 17-jarigen stijgt. In Europa zijn verkeersongevallen zelfs verantwoordelijk voor 35% van de sterfte onder jongeren tussen de 10 en 24 jaar. En dan hebben we het nog niet over de (zwaar)gewonden. Het onderzoek concludeert dan ook terecht dat de verkeersmortaliteit een onderschat volksgezondheidsprobleem is. Er is veel meer aandacht  (en geld) nodig om die cijfers naar beneden te brengen.”

Biedt verkeerseducatie de oplossing? Kortdurende educatieprogramma’s blijken minder effectief dan gedacht, zo blijkt uit Twisks proefschrift.  Twisk stelt ook dat educatieprogramma’s zich meer moeten richten op oefenen in de praktijk, waarbij niet alleen gekeken moet worden naar het beperken van ongewenst gedrag, maar ook naar het vergroten van zelf-beschermend gedrag, bijvoorbeeld oversteken op een plek waar je goed zichtbaar bent voor overig verkeer.

Van der Kloof: “In Flevoland werken veel basisscholen al met het Verkeersveiligheidslabel Flevoland. Dat is geen kortdurend programma, maar biedt juist een doorlopende leerlijn in de gehele basisschooltijd, waardoor de kennis steeds op een hoger niveau wordt herhaald en verdiept. Die lijn wordt op veel scholen voor voortgezet onderwijs niet doorgezet.

Veel Flevolandse basisscholen, zeker die met het Verkeersveiligheidslabel, werken gelukkig al aan praktische verkeersvaardigheden. Zij hebben ook aandacht voor de school-thuisroutes. Dat dat belangrijk is, blijkt ook uit het onderzoek van Twisk dat stelt dat jongeren profiteren van een veiliger verkeersomgeving.”

In Flevoland doen we het dus eigenlijk best goed? Van der Kloof: “Er gebeurt al veel, maar ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat het niet nog beter kan; de nul verkeersslachtoffers zijn nog lang niet gehaald. Met verkeerseducatie onder het ministerie van Infrastructuur en Milieu, en niet het ministerie van Onderwijs, is verkeersopvoeding niet voldoende ingebed in het curriculum, en kan lokaal en regionaal de brug tussen verkeer en onderwijs wel degelijk worden verstevigd met stimuleringsbeleid. Het Verkeersveiligheidslabel voor basisscholen is hier een mooi voorbeeld van en zou wellicht nog meer het praktisch verkeersonderwijs kunnen aansporen. Ook het voortgezet onderwijs zou aangemoedigd kunnen worden om de verkeersveiligheid van hun leerlingen serieus te nemen en om hier ook praktisch mee te oefenen.”

Uiteraard is verkeerseducatie niet alleen een taak van scholen. “Juist ouders kunnen bijdragen aan het verkeersgedrag en –inzicht van hun kinderen, want zij zijn het meest op pad met hun kinderen. Lang niet alle ouders weten echter hoe dat moet of zijn zich echt bewust van het belang van samen in de dagelijkse praktijk oefenen. Kennisdeling met ouders is daarvoor essentieel,” aldus Van der Kloof.

Download hier de Nederlandstalige samenvatting.

Klik voor het volledige Engelstalige onderzoek hier.

 





Meld je aan voor de nieuwsbrief

Ja, ik wil graag de digitale nieuwsbrief ontvangen die 3 tot 4 keer per jaar verschijnt.